In ons artikel over de inflatieverwachting door Corona is naar voren gekomen dat er bij beleggers een toenemende angst is voor inflatie (of zelfs hyperinflatie) in de nabije toekomst. In onze ogen is dit een constatering die zeker hout snijdt. Al is op dit moment nog niet helder of de versnelde inflatie inderdaad op korte termijn (2021/2022) plaats gaat vinden of pas na enkele jaren.
Het exacte moment hangt namelijk voor een groot deel af van het sentiment van consumenten. En dit is door niemand te voorspellen. Voor nu is het dus voornamelijk afwachten.
In afwachting is het goed om:
- Te beseffen dat het huidige momentum waar we in zitten al vaker is voorgekomen én
- zo veel mogelijk vergelijkbare historische situaties te bestuderen zodat de terugkerende patronen duidelijk worden.
Er zijn namelijk veel paralellen te zien tussen historische episodes van inflatie en de huidige situatie van begrotingstekorten (miljarden aan noodsteun middels Corona-steunmaatregelen) waar we ons in bevinden.
Er wordt vaak (terecht) gezegd dat de geschiedenis zich niet één-op-één herhaalt, maar zoals de bekende Amerikaanse schrijver Mark Twain ooit zei:
De geschiedenis herhaalt zichzelf niet, maar ze rijmt wel
Voordat we enkele historische episodes van (hyper-)inflatie nader gaan bestuderen, dienen we eerst echter een ander concept te verduidelijken. Zonder een beter begrip van het verschil tussen geld en valuta worden namelijk niet alle ‘informatieve vruchten’ geplukt van de historische voorbeelden. Hierdoor worden in dit artikel deze twee begrippen eerst nader uit de doeken gedaan.
Met de informatie uit dit artikel is vervolgens een uitgebreider begrip mogelijk van de zogenaamde ‘7 Stages of Empire‘. Deze 7 ‘stadia van een imperium’ laten een verloop zien van kwalitatief geld naar kwantitatief valuta en weer terug naar kwalitatief geld.
Als naar de geschiedenis wordt gekeken, komt deze cyclus vaak terug.
Om paralellen met het verleden te leggen is, naast de kennis van het verschil tussen geld en valuta, een (beter) begrip van deze cyclus dus nuttig.
(De informatie die hier wordt genoemd over het verschil tussen geld en valuta + de ‘7 Stages of Empire’ is terug te vinden op www.GoldSilver.com. Dit is een website waar goud en/of zilver kan worden gekocht en waar informatie kan worden gevonden gerelateerd aan deze producten. Eén van de informatiekanalen van deze site zijn de ‘Hidden Secrets of Money’-video’s. Episode 1 en Episode 2 behandelen de onderwerpen die in dit artikel worden genoemd. Mike Maloney is de oprichter van www.GoldSilver.com. Hij is tevens de schrijver van het boek ‘Guide to Investing in Gold and Silver‘.)
Het verschil tussen geld en valuta
Zonder volledig begrip van de termen geld en valuta is lering trekken uit de ‘7 Stages’-cyclus uitermate lastig. En zonder nader begrip van deze cyclus wordt een belangrijke basis gemist voor het nader duiden van inflatie en deflatie in de huidige tijd.
Daarnaast levert een beter begrip van de ‘7 Stages’-cyclus uiteindelijk voordelen op bij het jezelf (financieel) goed ‘positioneren’ in de huidige tijd.
Het behalen van dit eindpunt begint dus bij de termen geld en valuta.
Laten we beginnen met valuta.
Valuta
Er is sprake van valuta als het object de volgende eigenschappen heeft:
Ruilmiddel: het woord ruilmiddel spreekt eigenlijk al voor zich. Een middel dat wordt geruild om iets te betalen of om er iets anders voor in de plaats te krijgen. Euro’s en dollars zijn ruilmiddelen, maar ook andere goederen kunnen als ruilmiddel worden gebruikt zoals schelpen of vee.
Rekeneenheid: het object dient een rekeneenheid te zijn. Dit betekent dat het een eenheid is die de waarde van iets aangeeft. Het is dan een ‘standaard monetaire meeteenheid‘ voor het meten van de waarde van goederen, diensten en activa.
Draagbaar: een praktische eigenschap. Euro’s en dollars (vooral in de huidige tijd van elektronische valuta) zijn eenvoudig mee te nemen als je ergens naartoe gaat om iets te kopen. Ook cash (munten en briefjes) zijn klein, licht en makkelijk te vervoeren.
In de tijd van vee als ruilmiddel was de ‘draagbaarheid’ van deze middelen een stuk minder. Los van het feit dat vee zwaar is, zijn het ook nog eens levende wezens die dood kunnen gaan onderweg. Vee is dus niet bepaald ‘draagbaar’.
Duurzaam: deze eigenschap moet niet worden gelezen als de ‘groene’ duurzaamheid die in de huidige maatschappij veelvuldig wordt genoemd. Er moet weer worden gedacht aan ‘langzame/geen slijtage’ en ‘gaat lang mee’. Denkend aan euromunten hebben deze munten de eigenschap ‘duurzaam’: de munten bestaan uit duurzame metalen zoals koper en nikkel.
Ook de eurobiljetten hebben de eigenschap ‘duurzaam’: deze worden namelijk gemaakt van katoenvezels.
Deelbaar: in de praktijk betekent dit dat het object deelbaar moet zijn zodat er sprake kan zijn van wisselgeld. Een euro kan door verschillende getallen worden gedeeld (20, 10, 5 en 2) aangezien er munten beschikbaar zijn die aansluiten op deze delingen (eurocentmunten). Middels elektronische euro’s is de deelbaarheid van de Euro alleen maar toegenomen.
Vervangbaar: de technische term voor deze eigenschap is ‘fungibel‘. In feite komt het er op neer dat elk object onderling volledig uitwisselbaar of vervangbaar is.
Simpel voorbeeld hiervan: elke euro kan hetzelfde kopen.
Het maakt voor een winkelier niet uit of hij een euro van persoon A of persoon B krijgt: beide euro’s zijn hetzelfde, kopen hetzelfde en zijn dus ‘onderling volledig uitwisselbaar’.
Ook maakt het bijvoorbeeld voor een schuldeiser niet uit welke euro’s hij precies terugkrijgt: als hij maar het exacte bedrag aan euro’s (met eventueel rente) terugkrijgt.
Als een object aan alle bovenstaande eigenschappen voldoet, kan het object worden gezien als valuta. De euro voldoet bijvoorbeeld aan alle bovenstaande eigenschappen: hierdoor wordt de euro door ons als een valuta gezien.
Maar in de volksmond wordt bij de euro nagenoeg alleen maar gesproken over geld in plaats van valuta. Wat zijn dan precies de eigenschappen van geld? En hoe verschillen deze ten opzichte van de eigenschappen hierboven?
Geld
De eigenschappen van geld zijn hetzelfde als die van valuta met één extra, belangrijke eigenschap:
Oppotmiddel: of beter gezegd: een opslag van waarde/koopkracht over een langere periode. Het object dient dus de eigenschap te hebben waarde oftewel koopkracht op te slaan voor een langdurige periode.
Als in 2021 koopkracht wordt verdiend en deze koopkracht wordt pas gebruikt in bijvoorbeeld 2025, dan moet het object waar deze koopkracht in wordt vastgelegd geen ‘jaarlijks verlies in koopkracht’ opleveren om als geld te kwalificeren.
Uit bovenstaande wordt dan ook direct duidelijk waarom wij de Euro, Dollar en andere munten niet als geld kwalificeren: door voortdurende inflatie wordt de koopkracht van deze munten uitgehold waardoor ze niet voldoen aan de eigenschap ‘oppotmiddel’ en dus niet kwalificeren als geld.
Voorbeelden van bekende objecten die wij wel kwalificeren als geld zijn bijvoorbeeld goud en zilver. Goud wordt enkel gevormd bij de dood van een ster (een zogenaamde supernova). Hierdoor is de hoeveelheid ervan op Aarde van nature gelimiteerd (en is goud niet onderhevig aan inflatie).
Het goud dat jaarlijks wordt gedolven en ‘extra’ in omloop komt, is gering. Hierdoor blijft de hoeveelheid goud in omloop relatief gezien in de pas lopen met de omvang van de reële wereldeconomie (kent over het algemeen ook een beperkte procentuele jaarlijkse groei).
Door de natuurlijke limiet op de hoeveelheid goud én de daaruit voortkomende relatie tussen de hoeveelheid goud vs. grootte van reële wereldeconomie, blijft de koopkracht van goud gehandhaafd. Hierdoor ‘lekt’ goud geen waarde c.q. koopkracht zoals de Euro en Dollar dat wel doen.
Als jaarlijkse procentuele stijging van hoeveelheid goud = jaarlijkse procentuele toename grootte van reële wereldeconomie, blijft de verhouding tussen deze twee immers gelijk.
Zodoende kan dan koopkracht die in 2021 is verworven en wordt opgeslagen in goud, in 2025 ten gelde worden gemaakt met dezelfde waarde c.q. koopkracht die het had in 2021. Hierdoor valt goud voor ons onder geld en valt de Euro, Dollar, etc. onder valuta.
Samenvattend
De inhoud van dit artikel kan worden samengevat in twee kolommen:
Valuta
- Ruilmiddel
- Rekeneenheid
- Draagbaar
- Duurzaam
- Deelbaar
- Vervangbaar
Geld
- Ruilmiddel
- Rekeneenheid
- Draagbaar
- Duurzaam
- Deelbaar
- Vervangbaar
- Oppotmiddel
Het enige, maar verreweg het belangrijkste, verschil tussen geld en valuta is de eigenschap ‘oppotmiddel’. Met andere woorden: een object kan worden gezien als geld als het deze eigenschap heeft en niet als het deze eigenschap niet heeft.
Een object is enkel geld als het fungeert als een opslag van waarde/koopkracht over een langere periode.
Kan het object dit niet, dan is het geen geld en (nog belangrijker) moet het ook niet worden behandeld als zijnde geld.
Hier zit nou net de crux in de huidige tijd: de Euro, Dollar en alle andere munten ter wereld worden behandeld als geld, maar voldoen niet aan alle eigenschappen van geld.
Hierdoor zijn deze munten in werkelijkheid valuta en geen geld. Nu lijkt dit een klein detail, maar veel van de huidige grote (financiële) problemen in de wereld komen voort uit de verwarring tussen deze twee termen.
Soms hebben ‘kleine’ verwarringen dus grote gevolgen….