Bij elektrische auto’s gebeurt er altijd wel iets nieuws. Deze keer is het geen kleine verandering. De Europese Unie heeft besloten om flink wat importheffingen in te voeren op elektrische voertuigen (EV’s) uit China. En ja, dit gaat grote gevolgen hebben voor zowel de automarkt als onze portemonnee! In dit artikel ga ik je meenemen in wat er precies speelt en waarom de EU deze heffingen invoert. Ook gaan we onderzoeken wat dit betekent voor de economie, de autobranche én de consument.
Wat is er aan de hand met elektrische auto’s uit China?
Laten we bij het begin beginnen. De Europese Commissie, het uitvoerend orgaan van de EU, heeft besloten om permanente extra importheffingen in te voeren op elektrische auto’s die uit China komen. En we hebben het hier niet over een paar procentjes; deze heffingen kunnen oplopen tot wel 45 procent! Dat is nogal een verschil met de huidige 10 procent standaardheffing. Maar waarom is dit besluit genomen?
De EU is van mening dat China hun auto-industrie flink subsidieert, wat voor oneerlijke concurrentie zorgt op de Europese markt. Simpel gezegd: de Chinezen kunnen hun elektrische auto’s veel goedkoper aanbieden dan Europese merken, waardoor ze onze eigen automakers in de schaduw zetten. Door deze heffingen hoopt de EU de Europese autobouwers te beschermen en het speelveld wat gelijker te maken.
Wat zijn de economische gevolgen? Wie heeft er baat bij?
Nu vraag je je misschien af: wat betekent dit allemaal voor de economie? Laten we eerst kijken naar de voordelen van deze heffingen. Europese autofabrikanten, zoals Volkswagen, Renault en Stellantis, kunnen nu beter concurreren met de Chinese giganten. Zonder die goedkope auto’s uit China op de markt, kunnen ze hun producten beter positioneren zonder telkens de prijzen te moeten verlagen om te blijven concurreren.
Vooral Frankrijk en Italië, die voor deze maatregel stemden, zijn hier blij mee. Deze landen willen dat de Europese automarkt een kans krijgt om te bloeien en dat er niet meer Europese banen verloren gaan aan de goedkopere Chinese concurrenten. Het beschermen van eigen industrie zorgt ervoor dat bedrijven in Europa meer kunnen blijven investeren in innovatie en de productie van elektrische voertuigen. Dit is belangrijk omdat Europa het doel heeft om in 2050 volledig klimaatneutraal te zijn. Dus ja, Europese autobouwers krijgen hierdoor wat ademruimte!

De andere kant van het verhaal. Wat betekent dit voor consumenten en China?
Maar natuurlijk is er ook een keerzijde. Deze importheffingen betekenen waarschijnlijk dat elektrische auto’s duurder worden voor ons, de consument. De EV’s uit China zijn vaak aantrekkelijk geprijsd, en voor veel mensen is dat juist een reden om de overstap naar elektrisch rijden te maken. Nu de prijzen omhoog gaan, kan dit ervoor zorgen dat minder mensen een elektrische auto kunnen betalen. Dit zet meteen ook een rem op de ambitie van de EU om zo snel mogelijk van benzine- en dieselauto’s af te stappen.
En China? Die zijn uiteraard niet blij. Ze hebben al gedreigd met tegenmaatregelen. Dit kan betekenen dat Europese producten, zoals auto’s, die naar China worden geëxporteerd, ook te maken krijgen met hogere heffingen. Duitsland, dat tegen de maatregel stemde, maakt zich hier grote zorgen over. Het land is één van de grootste exporteurs van auto’s naar China en vreest dat dit de handel flink kan schaden. We hebben het dan niet alleen over elektrische auto’s, maar ook over de benzine- en dieselvarianten.
Wat betekent dit voor de autosector in Europa?
De invoerheffingen hebben natuurlijk vooral invloed op de auto-industrie. Voor autofabrikanten in Europa is het goed nieuws. Ze hoeven nu minder bang te zijn dat goedkope Chinese EV’s hun markt overnemen. Hierdoor kunnen ze meer tijd en geld steken in het verder ontwikkelen van hun eigen elektrische auto’s zonder voortdurend de prijzen te moeten aanpassen om de concurrentie aan te kunnen.
Maar dat betekent niet dat ze rustig achterover kunnen leunen. Veel experts waarschuwen dat deze heffingen er ook voor kunnen zorgen dat Chinese autofabrikanten productiecapaciteit in Europa zelf gaan opbouwen. Dit zou betekenen dat Chinese bedrijven hier fabrieken neerzetten om auto’s te bouwen, zodat ze die hoge heffingen kunnen omzeilen. Slim, toch? Dus hoewel de Europese automakers nu een beetje ademruimte krijgen, zullen ze scherp moeten blijven om ook in de toekomst competitief te blijven.
Welke impact heeft dit op andere sectoren?
De spanning tussen Europa en China kan verder reiken dan alleen de autosector. Als China besluit om Europese producten zwaarder te belasten, dan kunnen sectoren zoals de varkensvlees- en cognacexport ook flinke klappen krijgen. En dat zijn geen kleine industrieën. Voor landen zoals Frankrijk, dat veel cognac naar China exporteert, kan dit een behoorlijke domper zijn. De Franse cognacproducenten hebben al aangegeven dat ze zich in de steek gelaten voelen door hun overheid, die de importheffingen heeft gesteund.
Wat kunnen we als consument doen?
Nu vraag je je misschien af: wat betekent dit allemaal voor mij? Voorlopig zullen de prijzen van elektrische auto’s waarschijnlijk stijgen. Dat maakt het voor veel mensen een minder aantrekkelijke optie om over te stappen naar elektrisch rijden. Maar er is een lichtpuntje: tweedehands elektrische auto’s. Naarmate de markt voor EV’s groter wordt, zullen er steeds meer tweedehands elektrische auto’s beschikbaar komen. Als je slim bent, kun je op zoek gaan naar een goedkopere tweedehands optie die nog steeds aan jouw eisen voldoet.
Daarnaast kunnen sloperijen, zoals autosloperij Den Bosch, een handige rol spelen. Stel je voor dat je een oude benzineauto hebt die je wilt inruilen voor een elektrisch model. Autosloperijen nemen niet alleen oude auto’s van je over, maar kunnen ook helpen bij het recyclen van onderdelen en materialen. Dat is niet alleen goed voor het milieu, maar kan je ook nog wat extra geld opleveren voor de aanschaf van je nieuwe (hopelijk elektrische) auto.
Deze importheffingen op Chinese elektrische auto’s markeren het begin van wat we wel een economische ‘koude oorlog’ tussen Europa en China kunnen noemen. De EU probeert haar eigen automarkt te beschermen, terwijl China zich niet zomaar gewonnen zal geven. Voor de consument betekent dit waarschijnlijk hogere prijzen, maar voor Europese autofabrikanten is het een kans om weer sterker in de markt te staan.
