Stagflatie, wat is het en wat merk je ervan?

In het nieuws hoor je de laatste tijd steeds vaker de term stagflatie voorbij komen. Dit hangt nauw samen met het feit dat in de afgelopen maanden de inflatie in Nederland van een historisch hoog niveau is geweest. Door deze aanhoudende hoge inflatie wordt het steeds reëler dat we in of vanaf 2022 terecht gaan komen in een periode van stagflatie.

Maar wat bedoelen we nu precies als we het hebben over een periode van stagflatie? In dit artikel bespreken we wat stagflatie precies is, wat je er in de praktijk van merkt en hoe je jezelf tot op zekere hoogte kunt beschermen tegen de effecten ervan.

Wat is stagflatie?

We spreken van stagflatie wanneer er tegelijkertijd sprake is van hoge inflatie en een recessie (minimaal twee opeenvolgende kwartalen van negatieve economische groei).

De definitie van stagflatie zoals wij die hanteren bestaat dus uit twee aspecten: hoge inflatie en recessie (negatieve economische groei).

De Europese Centrale Bank vermeld op haar eigen website dat het haar streven is op de middellange termijn een inflatiepercentage van 2% te realiseren. Momenteel (augustus 2022) bedraagt in Nederland het inflatiepercentage 10,3% waardoor er duidelijk sprake is van een periode van hoge inflatie.

Een periode van negatieve economische groei (met andere woorden: een periode van economische krimp) wordt aangeduid met de term recessie. We spreken van een recessie als de groei van het bruto binnenlands product (BBP) gedurende twee of meer opeenvolgende kwartalen negatief is.

Als er dus slechts sprake is van één kwartaal negatieve economische groei, dan is er geen sprake van een recessie en kan er dus ook geen sprake zijn van stagflatie.

artikel stagflatie economische cijfers recessie grafiek

In een periode van stagflatie is het moeilijk om de recessie te bestrijden aangezien de hiervoor gebruikelijke maatregelen (economie stimuleren door bijvoorbeeld renteverlagingen en ruimere, lossere kredietnormen) juist het probleem van hoge inflatie vergroten. Stimulerende maatregelen hebben namelijk een inflatoir karakter en door deze maatregelen in te zetten wanneer er sprake is van stagflatie wordt de situatie juist verslechterd in plaats van verbeterd.

Zo kan het verder stimuleren van de economie in een periode van hoge inflatie leiden tot een verdere stijging van de al hoge inflatie en in het meest negatieve geval uiteindelijk resulteren in hyperinflatie.

Door het niet kunnen toepassen van de gebruikelijke maatregelen om recessies te bestrijden is stagflatie dan ook bijzonder lastig om aan te pakken en op te lossen.

Wat merk je als doorsnee Nederlander van stagflatie?

Als er sprake is van stagflatie dan zijn de gevolgen hiervan goed merkbaar voor de Nederlandse samenleving en de doorsnee Nederlander.

Beide aspecten die onderdeel uitmaken van stagflatie (hoge inflatie en recessie) hebben op zichzelf al een grote invloed op het dagelijks leven van mensen, maar als deze twee situaties met elkaar worden gecombineerd dan wordt deze invloed nog groter. En niet in een positieve zin.

De effecten van een hoge inflatie zijn talrijk, maar belangrijke aspecten van het leven waar inflatie een negatief effect op heeft zijn bijvoorbeeld het koopkrachtverlies van het (vaak vaststaande) salaris of de pensioenuitkering en het uithollen van de waarde van spaargeld. Het kost in een periode van hoge inflatie steeds meer moeite (en valuta) om op hetzelfde welvaartsniveau te blijven.

Dit is zeker het geval als er geen sprake is van een inflatiecorrectie op je inkomsten zoals je salaris of pensioenuitkering, maar wel op je uitgaven zoals je huurlasten en je telefoonabonnement.

Zo kost het in een periode van hoge inflatie steeds meer valuta om dezelfde tas boodschappen te kopen terwijl er feitelijk geen zaken zijn veranderd aan de boodschappen in die tas. De goederen en diensten zijn gelijk gebleven, maar juist de waarde van elke afzonderlijke Euro is afgenomen.

Een recessie kenmerkt zich door een afname van economische activiteit (vandaar ook de negatieve economische groei). Als er sprake is van een afname van economische activiteit, dan is ook het uit te voeren werk minder dan voorheen waardoor een bedrijf minder mensen nodig heeft. Dit leidt uiteindelijk tot één van de bekendste kenmerken van een recessie: ontslagen en een hoge(re) werkloosheid.

artikel stagflatie ontslag werkloosheid

Daarnaast kunnen in een recessie de economische krimp en negatieve economische vooruitzichten zo heftig/somber zijn dat zelfs na ontslagen een bedrijf niet langer levensvatbaar is. Faillissement wordt dan onvermijdelijk. Tijdens een recessie komt niet alleen een hogere werkloosheid vaak voor, maar er is ook vaak sprake van een toename van het aantal faillissementen.

Door de daling van het aantal werkenden en actieve bedrijven dalen ook de overheidsinkomsten terwijl de overheidsuitgaven juist toenemen. Enerzijds komt dit omdat de belastinginkomsten dalen door het werkloos raken van werkenden en het failliet gaan van bedrijven (minder inkomsten- en vennootschapsbelasting). Anderzijds komen steeds meer mensen in aanmerking voor een uitkering waardoor deze kostenpost voor de overheid enorm toeneemt.

Als er sprake is van stagflatie worden beide bovenstaande situaties gecombineerd. Het wordt dan al snel duidelijk dat er sprake is van een (economisch) erg uitdagende situatie.

In een periode van stagflatie stijgt de werkloosheid, neemt het aantal faillissementen toe en ontwikkelen de overheidsfinanciën zich de verkeerde kant op (wellicht zelfs sprake van aanzienlijke begrotingstekorten). Dit alleen al zorgt voor allerlei problemen voor Nederlandse huishoudens en voor een sombere verwachting van de nabije toekomst.

Bovenop deze situatie worden dan nog eens de negatieve effecten van hoge inflatie gestrooid: de Euro’s die een gezin in deze situatie nog bezit (en zo hard nodig heeft) worden in een rap tempo steeds minder waard. Het opgepotte spaargeld om deze moeilijke periode door te komen verliest met een aanzienlijke snelheid koopkracht.

Het is dan ook niet voor niets dat stagflatie als zeer onwenselijk wordt beschouwd en het in het belang van nagenoeg elke Nederlander is dat we niet terecht te komen in een periode van stagflatie.

Hoe wapen je jezelf tegen de effecten van stagflatie?

Maar als het voorkomen van een periode van stagflatie niet meer mogelijk is en dit toch realiteit wordt? Wat zijn dan concrete maatregelen die mogelijk kunnen bijdragen aan het jezelf beschermen tegen de effecten van stagflatie?

Hieronder volgen enkele denkrichtingen op dit gebied. Deze kunnen interessant zijn om nader uit te diepen met het oog op het zo ongeschonden mogelijk doorkomen van een periode van stagflatie.

LET OP: deze denkrichtingen mogen niet worden opgevat als beleggingsadvies. Schakel een financieel adviseur in voor persoonlijk afgestemd beleggingsadvies. Met beleggen kunt u uw inleg verliezen.

1. Zorg voor voldoende (liquide) reserves

Allereerst is het verstandig (zowel in reguliere tijden als in uitdagende tijden zoals een periode van stagflatie) om altijd voldoende liquide reserves te hebben. Met liquide reserves bedoelen we vrij opneembare reserves, dus middelen waarover (nagenoeg) direct kan worden beschikt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de spaargelden op je spaarrekening.

Voldoende reserves zorgen voor het kunnen opvangen van de stijgende prijzen als gevolg van de hoge inflatie. Hiernaast zorgen de reserves ervoor dat er geen acuut probleem ontstaat als je door de recessie onverhoopt je baan kwijtraakt.

2. Zilver en goud (écht geld) zijn qua bescherming van koopkracht het overwegen waard

Deze (monetaire) edelmetalen hebben zich door de eeuwen heen bewezen als succesvolle opslag van waarde/koopkracht. Dit maakt ze interessante opties in tijden van hoge inflatie aangezien de valuta juist in een rap tempo waarde/koopkracht verliest. Zilver en goud hebben een natuurlijke limiet qua hoeveelheid (ze kunnen niet zoals valuta uit het niets worden gecreëerd) waardoor ze zich op een positieve manier onderscheiden van de valuta die we op dagelijkse basis gebruiken.

3. Focus op goederen en diensten die mensen moeten kopen in plaats van willen kopen

In tijden van stagflatie wordt het gedeelte van het inkomen dat consumenten kunnen en/of willen besteden aan discretionaire uitgaven (goederen en diensten die mensen willen kopen) kleiner aangezien zij steeds meer moeten uitgeven aan essentiële uitgaven (goederen en diensten die mensen moeten kopen).

Voorbeelden van discretionaire uitgaven zijn uit eten gaan in een restaurant en het aanschaffen van een hometrainer (elektronische consumentengoederen). Voorbeelden van essentiële uitgaven zijn de kosten voor huisvesting, het betalen van de gas/water/licht rekening en het aankopen van voedsel.

Bij het overwegen van verschillende aandelen is het goed om deze ontwikkeling mee te nemen aangezien bedrijven die essentiële goederen en diensten produceren/aanbieden een betere marktpositie hebben dan bedrijven die actief zijn in de hoek van discretionaire uitgaven.

Daarnaast kunnen ‘essentiële bedrijven’ makkelijker prijsverhogingen doorrekenen aangezien de producten en diensten die worden geproduceerd/aangeboden essentieel zijn voor de eindgebruiker en toch wel worden afgenomen.

4. Overweeg om te investeren in andere landen/andere valuta

Een andere manier om de hoge inflatie te lijf te gaan is om deze in zijn geheel of voor een groot deel te vermijden. Dit kan worden bereikt door investeringen te plegen in andere landen en andere valuta.

De hoge inflatie binnen een valuta blijft namelijk beperkt tot die specifieke valuta. Als het gebruik van en de blootstelling aan deze valuta wordt beperkt dan biedt dit bescherming tegen de hoge inflatie.

Het is wel van belang dat in dit geval niet wordt geïnvesteerd in een land waar ook sprake is van een recessie/stagflatie of in een valuta die ook te kampen heeft met hoge inflatie. Anders heeft deze maatregel weinig effect.

5. Staatsobligaties zijn in deze situatie een ongunstige belegging

Staatsobligaties worden vaak gezien als een belegging met weinig risico. Dit zijn obligaties uitgegeven door een soevereine staat met een vaststaand rendement (rente) gedurende de looptijd van de obligatie (‘risicovrij rendement‘).

In een periode van hoge inflatie zijn deze obligaties echter risicovoller dan ze in eerste instantie lijken.

Neem bijvoorbeeld de 10-jaars Nederlandse staatsobligatie ten tijde van het schrijven van dit artikel (augustus 2022). Deze heeft een jaarlijkse rente van 1,23%. De Nederlandsche Bank heeft in juni 2022 nieuwe vooruitzichten over de Nederlandse economie naar buiten gebracht waarin de inflatie naar verwachting in 2022 uitkomt op 8,7% en in 2023 op 3,9%.

Laten we gemakshalve stellen dat de inflatie vanaf 2024 op 3% per jaar uitkomt en dit niveau tot 2033 wordt gehandhaafd. Dit betekent dat als je nu een 10-jaars Nederlandse staatsobligatie aankoopt je gegarandeerd gedurende de looptijd elk jaar een verlies maakt op deze belegging!

Dit komt omdat de inflatie hoger ligt dan de rente op de staatsobligatie en het verlies aan koopkracht door inflatie niet wordt goedgemaakt door de rente op de staatsobligatie. Hierdoor is het beleggen in staatsobligaties in een periode van hoge inflatie en een lage rente op staatsobligaties een ‘rendementsvrij risico‘.

6. In een periode van stagflatie en rentestijgingen dalen huizenprijzen

In een periode van stagflatie waarbij centrale banken de rente verhogen is het zeer waarschijnlijk dat huizenprijzen dalen. Enerzijds is dit het gevolg van de rentestijgingen van centrale banken om de hoge inflatie te beteugelen.

Door het laten stijgen van de rente stijgt ook de hypotheekrente. Door deze hogere hypotheekrente wordt het aangaan en afbetalen van een lening voor het aankopen van een woning duurder. Dit heeft als gevolg dat er bij gelijkblijvende lonen minder geleend kan worden. De rentelasten stijgen immers terwijl de inkomsten gelijk blijven: de hoogte van de lening moet dus kleiner worden om op een gelijk niveau te blijven qua maandelijkse woonlasten.

Uiteindelijk leidt dit tot een daling van de huizenprijzen aangezien woningen anders niet verkocht kunnen worden: mensen kunnen simpelweg niet zoveel lenen als voorheen. Dit doet verkopers ertoe bewegen om de verkoopprijs naar beneden aan te passen als ze hun woning succesvol willen verkopen.

Anderzijds zorgt de stijgende werkloosheid die plaatsvindt tijdens een periode van stagflatie voor een drukkende werking op de huizenprijzen. Hoe meer mensen werkloos raken en de effecten ondervinden van een krimpende economie, des te minder mensen die actief op zoek (kunnen) gaan naar een nieuwe woning.

De vraag naar woningen neemt in een periode van stagflatie dus af. In een markt waarin de vraag afneemt en het aanbod nagenoeg gelijk blijft gaan prijzen maar één kant op: naar beneden (prijsdaling).

Deze twee aspecten maken het zeer waarschijnlijk dat huizenprijzen gaan dalen in een periode van stagflatie i.c.m. stijgende rentes.

Samenvattend

De belangrijkste punten om te onthouden met betrekking tot het fenomeen stagflatie en de effecten ervan zijn:

  • We spreken van stagflatie wanneer er tegelijkertijd sprake is van hoge inflatie en een recessie;
  • Er is sprake van een recessie als de groei van het bruto binnenlands product (BBP) gedurende twee of meer opeenvolgende kwartalen negatief is;
  • Door het niet kunnen toepassen van de gebruikelijke maatregelen om recessies te bestrijden (stimulerende, inflatoire maatregelen) is stagflatie bijzonder lastig op te lossen;
  • Beide aspecten van stagflatie (hoge inflatie en recessie) hebben op zichzelf al een grote negatieve invloed op het dagelijkse leven van mensen, maar de combinatie ervan in het geval van stagflatie zorgt nog eens voor extra uitdagende situaties voor Nederlandse huishoudens;
  • Er zijn voldoende manieren om de negatieve gevolgen van stagflatie enigszins het hoofd te bieden. Voorbeelden hiervan zijn het beschikken over voldoende liquide reserves, het aanhouden van goud/zilver in plaats van valuta en (tijdelijk) investeren in andere landen en/of andere valuta.